Ingangsspanning: | 7,5 VDC min. |
Uitgangsspanning: | 12 x 12 VDC max. |
Protocol: | DMX512 |
Microcontroller: | Atmel AT89C4051 |
Instructieset: | 8051 |
Ontwikkelomgeving: | Keil µVision, A51-assembler |
Hier vind je wat algemene tips als je zelf hardware wilt maken die DMX informatie kan ontvangen of verzenden.
Microcontroller
Niet elke microcontroller is even geschikt voor het ontvangen van DMX, zonder verlies van frames. De meeste 8051 processorkernen redden het net om een volledige DMX datastroom te verwerken, maar er rest dan nauwelijks nog tijd om iets nuttigs met de ontvangen informatie te doen. De meeste Atmel AVR- of Microchip PIC-microcontrollers zijn zeer geschikt voor het verzenden of ontvangen van DMX.
UART
Niet elke microcontroller heeft een ingebouwde UART. Een UART zorgt er voor dat er seriële databytes verzonden of ontvangen kunnen worden, zonder dat het programma elk bit apart moet verwerken. Heeft een microcontroller geen UART, dan wordt het schrijven van DMX routines veel complexer en inefficiënter, omdat er gebruikgemaakt wordt van "bitbanging". Toch behalen sommige DMX projecten op internet acceptabele resultaten met behulp van bitbanging. Bevat een microcontroller geen UART, dan is het aan te raden om een externe UART te gebruiken of een tweede microcontroller met UART toe te voegen.
Kristal
Als je een microcontrollerschakeling maakt, moet je goed nadenken over welk kristal je gaat gebruiken. Het kristal bepaalt de klokfrequentie waarmee de microcontroller instructies verwerkt. De datatransmissiesnelheid wordt daar van afgeleid. Niet elk kristal is geschikt voor het verzenden en ontvangen van DMX. In het hoofdstuk "UART" van de datasheet van een microcontroller staan formules waarmee geschikte waarden berekend kunnen worden. Uitgangspunt is dat de bitrate exact gelijk moet zijn aan 250'000 bits per seconde, of daar maximaal enkele procenten van afwijkt. Uit de formule kan dan worden afgeleid wat de registerinstellingen zijn voor deze bitrate.